verlangen
mijn lief
komt van ver
van over de velden
op vleugels van het licht
mijn lief
is als de zon
een gloeiend vuur
dat mijn pad verlicht
mijn hart verwarmt
met tedere vingers
versmelt hij de steen
van verdriet en onvervuld verlangen
mijn lief
is als een bron
waaruit ik eeuwig drinken mag
in een stroom
van zuiver kristal
spiegelt mij wie ik ben
een fontein van
ongekende vreugde
mijn lief
is als de wind
een storm die me opneemt
en weer neersmijt
een fluistering langs mijn wang
een tedere kus
neemt me mee
op vleugels naar het licht
in tranen zag je me aan
herkende mij
herkende ik jou
een vonk, een herinnering
uit een tijdloos bestaan
ons leven was één
we lachten en beminden
een tijdloze wereld
tot de duisternis viel
bedoeïenen werden we
in een woestijn van eeuwen
trokken we weg
ieder een kant
rusteloos zoekend
wat verloren ging
en we lachten en
we dansten en we
vrijden met de eenzaamheid
gevoed werd ik met tranen
dacht dat dit het leven was
maar geluidloos kwam je dichterbij
een lang vergeten stem raakte me aan
laag voor laag
wordt herinnering toekomst|
en zullen we lachen en minnen
en weer één zijn